

Bedrijfsstrategie & Groei
November 24, 2025
10 min leestijd

De Innovantage podcast, gepresenteerd door Sigli's CBDO Max Golikov, wil zijn luisteraars diverse perspectieven op bedrijfsleven en technologie bieden. Hoewel de meeste afleveringen focussen op specifieke thema's of sectoren, hanteert deze aflevering een bredere aanpak en verkent ze een reeks samenhangende onderwerpen door de lens van een bijzondere gast.
In deze aflevering wordt Max vergezeld door iemand die op unieke wijze academisch inzicht, politieke ervaring en ondernemersvisie combineert. Dat is Professor Rudy Aernoudt, een gerenommeerd auteur, spreker en oprichter van EBAN.
Hij doceert geopolitiek en monetair beleid aan de Universiteit Gent in België en aan BMI, een van Europa's toonaangevende executive MBA-instituten.
Professor Aernoudt heeft ook prominente politieke rollen vervuld, als hoofdeconoom bij de Europese Commissie en als kabinetschef op verschillende bestuursniveaus, waaronder Europees, Belgisch, Waals en Vlaams. Deze prestatie leverde hem een vermelding in het Guinness World Records op.
Maar zijn carrière strekt zich verder uit dan politiek en academie. Hij leidde ook een non-gouvernementele organisatie, een spin-off van MIT, gericht op onderwijs technologie. Hij leidde projecten zoals het Hundred-Dollar Laptop-initiatief dat meer dan vier miljoen devices verdeelde over scholen in Zuid-Amerika en Afrika.
Als oprichter van het European Business Angel Network (EBAN) blijft Rudy theorie en praktijk verbinden. Hij omschrijft zichzelf vaak als een "pracademic". Het is natuurlijk een onofficiële term. Maar hij weerspiegelt perfect zijn dubbele identiteit als zowel denker als doener.
Wanneer hem naar het idee van "work-life balance" wordt gevraagd, is Professor Aernoudt nogal sceptisch. Voor hem suggereert het begrip 'balans' zelf een scheiding tussen werk en leven die er niet zou moeten zijn.
Volgens hem moet werk een passie zijn. Het draait niet om klaar zijn om vijf uur zodat het leven kan beginnen. Als je echt geniet van wat je doet, kan elk uur van de dag vervullend zijn.
In zijn laatste boek getiteld "Entrepreneurship" noemde Professor Aernoudt het provocatieve idee dat "het leven te kort is om voor een baas te werken". Te veel mensen komen vast te zitten in hun mid-dertig of veertig, met een hypotheek, kinderen en veel verplichtingen. Dit alles houdt hen gevangen in werk waar ze geen plezier in hebben.
Zoals Rudy benadrukte, ligt de oplossing in het cultiveren van een cultuur van keuze en flexibiliteit. Deze waarden komen terug in de start-up wereld, waar mensen kunnen najagen wat hen enthousiast maakt en van richting kunnen veranderen wanneer dat niet langer het geval is.
Professor Aernoudt omschrijft zijn hoofddoel in simpele termen: invloed hebben en levens veranderen. Dat leidde zijn werk in Europese instellingen, waar hij de levenskwaliteit van burgers kon verbeteren, en vormde zijn rol als professor.
Volgens Rudy vormt de opkomst van artificial intelligence diepgaande uitdagingen voor onderwijs en samenleving. Tegenwoordig worden jongeren constant blootgesteld aan schermen, van televisie tot smartphones en computers. Dit kweekt afhankelijkheid en hervormt hoe ze leren. Net zoals GPS ons vermogen om zonder digitale hulp te navigeren heeft uitgehold, kan AI een generatie creëren die kritisch denken uitbesteedt aan machines.
In deze context is de rol van professoren niet om kant-en-klare antwoorden te leveren, maar om studenten te helpen reflecteren op welke kennis ze echt waarderen, hoe afhankelijk ze van technologie willen zijn, en welke richting ze hun leven uit willen sturen.
Terwijl sommige opvoeders jongere generaties bekritiseren om een gebrek aan discipline, is Rudy het daar niet mee eens. Hij ziet jeugdactivisme als bewijs van sterke betrokkenheid en potentie, zelfs als het anders wordt geuit dan vroeger. Tegelijk erkent hij de moeilijkheid van opgroeien in een wereld waar vriendschap en leren steeds vaker via digitale platformen plaatsvinden.
Het diepere probleem ligt in de manier waarop de samenleving AI antropomorfiseert. Net zoals vroegere samenlevingen zich tot religie wendden voor antwoorden, lopen mensen nu het risico machines te behandelen als partners of vervangers voor menselijk oordeel. Deze afhankelijkheid roept prangende ethische vragen op.
Professor Aernoudt gelooft dat Europa de verleiding moet weerstaan om de Verenigde Staten of China te imiteren in zijn economische en technologische strategieën. De Europese regio heeft de kans om zijn eigen pad te bepalen.
Volgens hem ligt Europa's kracht in het bouwen van een ethisch kader voor groei en innovatie dat zijn culturele en sociale waarden weerspiegelt.
Tegelijkertijd benadrukte Professor Aernoudt dat Europa niet achterloopt op de Verenigde Staten wat betreft het oprichten van startups. In het afgelopen decennium was het goed voor 35% van de wereldwijde startups, tegenover 42% voor Amerika. De grootste uitdaging ligt niet in het starten van bedrijven, maar in het efficiënt opschalen ervan.
Twee grote barrières belemmeren groei in Europa: beperkte toegang tot kapitaal en een conservatieve ondernemersmentaliteit. Pensioenfondsen bijvoorbeeld, wijzen minder dan 0,8% van hun vermogen toe aan durfkapitaal. Dat is ver onder wat nodig is om scale-ups te voeden. Cultureel gezien geven veel Europese ondernemers prioriteit aan eigendomscontrole boven expansie, terwijl succesvolle wereldwijde oprichters vaak floreren met een kleiner belang in snelgroeiende bedrijven.
Voor Rudy is opschalen essentieel omdat hooggroeiende bedrijven innovatie en werkgelegenheid aanjagen. Europa moet zowel financiële mechanismen als een groeigerichte mindset cultiveren om wereldwijd te kunnen concurreren.
Professor Aernoudt waarschuwde dat de AI-sector op een bubbel af kan stevenen, aangezien rapporten suggereren dat tot 95% van de AI-startups zal falen. Volgens hem moet deze situatie echter niet als een catastrofe worden gezien. Een crisis kan juist worden gezien als een inherent en zelfs positief element van het economische leven.
Als we naar de Griekse wortel van het woord kijken, zien we dat crisis ook beslissing en kans betekent. Voor Rudy is de economie nooit vlak of permanent. Ze verandert constant. Dit vereist dat bedrijven en leiders zich aanpassen en modellen herdenken.
Dit perspectief vormt ook zijn definitie van ondernemerschap. Hij herinnert aan Machiavelli's notie dat een ware ondernemer iemand is die het verschil kan zien tussen obstakels en kansen en beide in zijn voordeel kan keren.
Traditioneel geven Europese ondernemers de voorkeur aan bankleningen boven durfkapitaal. Deze cultuur beperkt de groei van snel opschalende bedrijven.
Professor Aernoudt gelooft in de kracht van mezzanine-financiering (instrumenten tussen leningen en eigen vermogen), waarmee bedrijven groeikapitaal kunnen aantrekken zonder excessieve aandelenverdunning.
Tegelijk noemde hij structurele problemen in de Europese durfkapitaalmarkt. In deze regio komt 42% van de fondsen uit publieke bronnen. Zo'n dominantie riskeert private investeerders te verdringen, die terughoudend zijn om naast overheidsvertegenwoordigers te zitten.
In deze context zou een slimmere publiek-private samenwerking een game-changer kunnen zijn. Bij dergelijke regelingen nemen publieke fondsen meer risico bij falen, terwijl private investeerders sterkere rendementen krijgen bij succes.
Professor Aernoudt legde uit dat business angels de ruggengraat van start-upfinanciering blijven. Ongeveer 60% van de start-ups in Europa ontvangt eerste financiering van business angels. 30% komt van seed capital en 10% van crowdfunding. In tegenstelling tot grote durfkapitaalfondsen, bieden angelinvesteerders doorgaans kleinere bedragen (van €60.000 tot €500.000). Maar ze brengen ook ervaring, netwerken en mentoring mee.
Als oprichter van het European Business Angel Network speelde Rudy een sleutelrol in de ontwikkeling van dit ecosysteem. Toen hij EBAN 25 jaar geleden lanceerde, had continentaal Europa bijna geen angelnetwerken. Vandaag zijn er meer dan 350. Veel wereldwijde succesbedrijven, van Skype tot Spotify, begonnen met angel-financiering.
Voor start-ups die hun eerste €100.000 tot €500.000 zoeken, kunnen angelnetwerken het beste startpunt zijn.
Tegelijk is er een hardnekkige uitdaging in Europees durfkapitaal: genderbias. Terwijl ongeveer 30% van de Europese startups door vrouwen wordt geleid, gaat slechts 2% van het durfkapitaal naar hen toe. Een belangrijke reden is de afhankelijkheid van doorverwijzingen. 87% van de VC-investeringen komt via persoonlijke netwerken, die overwegend mannelijk blijven.
Niettemin overtreffen door vrouwen geleide startups hun mannelijke tegenhangers vaak in nauwkeurigheid en uitvoering. Bovendien zijn de businessplannen van vrouwen over het algemeen realistischer en kunnen ze investeerders mogelijk betere rendementen bieden. Maar onbewuste vooroordelen blijven de toegang tot kapitaal belemmeren.
Bewustwording vergroten, vrouwelijke angelinvesteerders promoten en actief vrouwelijk ondernemerschap steunen zijn essentiële stappen om deze disbalans te corrigeren.
Overmatige regelgeving en bureaucratie zijn Europa's grootste obstakels voor innovatie. In plaats van talloze nieuwe wetten, zou de regio slimme en stabiele regelgeving moeten hebben. Wetten moeten een voorspelbaar kader bieden dat investeringen en bedrijfsplanning aanmoedigt. Ze moeten niet vaak worden gewijzigd, zoals vaak gebeurt in België. Daarentegen handhaven zeer concurrerende economieën zoals Zwitserland en Singapore stabiel beleid dat lange termijn planning mogelijk maakt.
Rudy is ook sceptisch over subsidies. Financiële instrumenten zoals durfkapitaal, business angels en terugbetaalbare leningen kunnen veel efficiënter zijn. Europa heeft al overvloedig kapitaal, maar de uitdaging ligt in het effectief kanaliseren ervan naar startups en scale-ups. Innovatieve instrumenten (zoals publiek-private fondsen) kunnen dit potentieel ontsluiten zonder meer geld te drukken.
Professor Aernoudt benadrukte ook dat defensie- en dual-use technologieën een cruciaal en grotendeels onbenut marktsegment voor Europese startups vormen. Hoewel Europa defensie ooit uitsloot van investeringsfinanciering, erkennen recente verschuivingen het strategische belang ervan. En dat is belangrijk, niet alleen voor militaire toepassingen maar ook voor onderzoek en training.
Er liggen kansen voor Europa in opkomende sectoren zoals ruimtevaart en defensie. De regio kan niet alleen op buitenlandse leveranciers vertrouwen. Het heeft startups nodig die in staat zijn innovatieve oplossingen lokaal te produceren. Programma's zoals het BMI Capstone Project moedigen studenten nu al aan om ondernemersideeën in het defensieveld te ontwikkelen.
Ondanks de bestaande zorgen zijn technologieën zelf, inclusief artificial intelligence en militaire systemen, inherent neutraal. Hun ethische dimensie hangt volledig af van hoe mensen ervoor kiezen ze te gebruiken. Daarom is het volgens Professor Aernoudt belangrijk om menselijk toezicht en besluitvorming te behouden, zodat mensen de controle houden.
Het European Business Angel Network werd gelanceerd met slechts twee oprichters. Het begon als een kleine haalbaarheidsstudie van €40.000. Het doel was om startups te verbinden met vroegfase-investeerders, business angels. Zulke mensen hebben vaak geld en ervaring maar geen gestructureerde manier om te investeren.
EBAN's vroege inspanningen omvatten seminars in heel Europa om potentiële investeerders op te leiden en de vorming van lokale netwerken aan te moedigen. Vandaag ondersteunen de ontstane netwerken gezamenlijk bijna 5000 bedrijven per jaar.
Een van de belangrijkste dingen die Rudy uit zijn ervaring leerde, is dat de kwaliteit van een business angelnetwerk volledig afhangt van de kwaliteit van zijn leden.
En de tweede les is dat als je oprechte, hoogwaardige business angels wilt aantrekken, je moet erkennen dat lidmaatschap van een serieus netwerk niet gratis moet zijn. Leden moeten financieel bijdragen omdat ze toegang krijgen tot geselecteerde start-upkansen. Een goed business angelnetwerk moet zelfvoorzienend zijn. Wanneer deals succesvol zijn, moet het netwerk een succesvergoeding verdienen.
Om de vaardigheden van investeerders te verbeteren, richtte EBAN ook Business Angel Academies op, die training aanbieden in bedrijfswaardering, aandeelhoudersovereenkomsten en syndicatie.
De gemiddelde business angel kan ongeveer €60.000 investeren. Dat betekent dat startups meerdere angels moeten overtuigen om aan hun financieringsbehoeften te voldoen. Voor bedragen tussen €200.000 en €1 miljoen zijn bedrijven te groot voor individuele angels maar te klein voor traditioneel durfkapitaal. Dat is een gat dat het best kan worden opgevuld door syndicatie.
Syndicatie stelt onervaren angels in staat om samen met ervaren investeerders te co-investeren. Dit helpt hen geleidelijk expertise op te bouwen en risico te delen. Deze aanpak sluit aan bij Europese ondernemerswaarden. Business angels streven doorgaans naar matige rendementen en richten zich op het steunen van veelbelovende startups.
Volgens Professor Aernoudt zullen de meeste startups geen kaskraakrendementen opleveren, maar ze brengen nog steeds redelijke winsten. Samen met strategische steun kunnen ze innovatie succesvol in stand houden.
Er zijn twee grote uitdagingen in het Europese durfkapitaal-ecosysteem: fondsenwerving en exits. Hoewel Europa ongeveer 850 VC-fondsen heeft, worstelen velen met liquiditeit en het aantrekken van voldoende kapitaal.
Hier kan het Amerikaanse Small Business Investment Company (SBIC)-model een oplossing zijn. Bij deze aanpak stellen door de overheid gegarandeerde labels private fondsen in staat om goedkoop, geleverd financiering aan te trekken zonder subsidies. Dit kan de rendementen aanzienlijk verhogen en het publieke risico minimaliseren. Publieke steun op fondsniveau kan grotere VC-fondsen ontsluiten en een robuuste exitmarkt creëren.
Een soortgelijk systeem kan private investeringen stimuleren en Europese startups in staat stellen te groeien zonder alleen afhankelijk te zijn van beperkte overheidsubsidies of kleinschalige financiering.
ESCALAR (European Scale-up Action for Risk capital) is Europa's aanpassing van het Amerikaanse SBIC-model. Onder dit systeem, als een fonds €50 miljoen investeert, biedt Escalar een extra €50 miljoen op een non-pari passu basis. Dit betekent dat publiek geld de eerste verliezen opvangt, terwijl private investeerders het merendeel van de winsten claimen.
Een ander concept dat in deze aflevering werd besproken is de Zebra-economie. Dit concept werd geïntroduceerd door Professor Aernoudt. Het daagt traditionele winstgedreven bedrijfsmodellen uit. In tegenstelling tot conventionele bedrijven die korte termijn winst prioriteren of puur sociale ondernemingen, streven zebrabedrijven ernaar om winst te genereren en tegelijkertijd betekenisvolle maatschappelijke impact te leveren. Deze aanpak moedigt langetermijndenken en waardegedreven besluitvorming aan.
Rudy gelooft dat de durfkapitaalsector zich moet aanpassen en moet verschuiven van korte termijn, 10-jarige investeringscycli naar modellen die zijn afgestemd op lange termijn groei.
Er zijn enkele praktijkvoorbeelden van zebrabedrijven, die winstgevendheid combineren met sterke sociale en milieu-verbintenissen. Een daarvan is Ben & Jerry's. Zulke bedrijven geven werk aan mensen met een handicap, prioriteren lokale inkoop en steunen actief lokale economieën.
Dit definieert de zebra-economie: bedrijven moeten floreren binnen een gemeenschap in plaats van te proberen die te domineren.
Professor Aernoudt gelooft dat Europa deze benadering moet omarmen omdat deze sterk aansluit bij zijn kernwaarden.
Wil je meer leren over de zakelijke wereld en de rol van technologie en innovatie in de toekomst van onze samenleving? In de Innovantage podcast vind je prikkelende inzichten en praktijkperspectieven van toonaangevende experts. Mis de komende afleveringen niet waarin presentator Max Golikov trending topics bespreekt met zijn nieuwe gasten!
Professor Rudy Aernoudt is een econoom, academicus en ondernemer. Hij doceert geopolitiek en monetair beleid aan de Universiteit Gent en BMI, en heeft senior rollen vervuld bij de Europese Commissie en meerdere niveaus van de Belgische overheid. Hij is ook de oprichter van EBAN (European Business Angel Network) en een veel gepubliceerd auteur en spreker.
"Pracademic" is Rudy Aernoudt's manier om zijn dubbele rol als zowel praktijkprofessional als academicus te beschrijven. Hij combineert theoretische kennis met praktijkervaring in politiek, ondernemerschap en start-upfinanciering, en overbrugt zo de kloof tussen onderzoek en impact in de echte wereld.
Hij is nogal sceptisch over het traditionele concept van "work-life balance". Voor hem moeten werk en leven niet als tegenpolen worden gezien. Werk zou in plaats daarvan een passie en een bron van vervulling moeten zijn, in plaats van iets waar je na 5 uur 's middags van ontsnapt. Hij stelt dat mensen meer keuze en flexibiliteit moeten hebben om betekenisvol werk na te streven.
Rudy ziet AI als een serieuze uitdaging voor het onderwijs, vooral wanneer het overmatige afhankelijkheid van technologie aanmoedigt en kritisch denken verzwakt. Hij gelooft dat professoren niet alleen antwoorden moeten geven, maar studenten moeten helpen beslissen welke kennis ze waarderen, hoe afhankelijk ze van technologie willen zijn en welke richting ze hun leven uit willen.
Volgens Professor Aernoudt loopt Europa niet achter op de VS in het oprichten van startups - Europa is goed voor ongeveer een derde van de wereldwijde startups. De grootste kloof zit in opschalen. Beperkte toegang tot kapitaal en een conservatieve mindset rond eigendom voorkomen vaak dat Europese bedrijven even snel groeien als hun Amerikaanse tegenhangers.
EBAN (European Business Angel Network), opgericht door Rudy Aernoudt, verbindt vroegfase-startups met business angels — private investeerders die niet alleen kapitaal maar ook ervaring, netwerken en mentoring bieden. Vandaag ondersteunen angelnetwerken in Europa jaarlijks duizenden bedrijven en vormen ze de ruggengraat van vroegfase start-upfinanciering.
Ondanks dat ongeveer 30% van de startups door vrouwen wordt geleid, gaat slechts ongeveer 2% van het durfkapitaal naar hen toe. Rudy wijst naar netwerk-gebaseerde dealstroom (de meeste deals komen via mannelijk gedomineerde kringen) en onbewuste vooroordelen als belangrijke redenen. Hij stelt dat het steunen van door vrouwen geleide startups en het vergroten van het aantal vrouwelijke business angels cruciale stappen zijn naar verandering.
De zebra-economie is een concept geïntroduceerd door Professor Aernoudt. Zebrabedrijven streven ernaar zowel winstgevend als maatschappelijk impactvol te zijn. In plaats van hypergroei tegen elke prijs na te jagen, richten ze zich op lange termijn waarde, welzijn van de gemeenschap en duurzame bedrijfsmodellen. Deze visie sluit sterk aan bij Europese waarden van solidariteit en verantwoordelijkheid.
Rudy betoogt dat overmatige en vaak veranderende regelgeving onzekerheid creëert en investeringen ontmoedigt. In plaats van meer wetten, pleit hij voor slimme, stabiele regels die een voorspelbaar kader bieden voor ondernemen - vergelijkbaar met landen als Zwitserland en Singapore. Hij gelooft ook dat financiële instrumenten zoals durfkapitaal, business angels en terugbetaalbare leningen beter werken dan subsidies om innovatie te bevorderen.
Business angels zijn vaak de eerste serieuze investeerders in startups, meestal investerend tussen €60.000 en €500.000. Omdat de meeste angels relatief bescheiden bedragen investeren, helpt syndicatie — meerdere angels die gezamenlijk in één bedrijf investeren — startups het benodigde kapitaal op te halen terwijl het risico wordt gespreid en minder ervaren angels kunnen leren van meer ervaren.
ESCALAR (European Scale-up Action for Risk capital) is een EU-initiatief geïnspireerd op het Amerikaanse SBIC-model. Het versterkt private VC-fondsen door extra publiek kapitaal te bieden dat meer risico draagt. Deze structuur kan helpen om fondsgroottes te vergroten, rendementen te verhogen en het Europese ecosysteem voor scale-ups en exits te versterken zonder alleen afhankelijk te zijn van subsidies.

